De wetgever heeft daarentegen, zoals is aang
egeven in de in B.4 geciteerde parlementaire
voorbereiding, elke andere vorm van terbeschikkingstelling van werknemers dan de uitzendarbeid - die hij enkel aanvaardde onder de voorwaarden en volgens de strik
te modaliteiten die hiervoor zijn beschreven - willen verbieden, wat geconcretiseerd wordt bij het verbod vervat in artikel 31, § 1, van de wet van 24 juli 1987; van dat principiële verbod kan enkel worden afgeweken binnen he
...[+++]t strikte kader van het uitzonderlijk uitlenen van arbeidskrachten bedoeld in artikel 32 van dezelfde wet, wat bovendien een voorafgaande administratieve toelating vereist.
Le législateur a par contre, comme l'indiquent les travaux préparatoires cités au B.4, entendu interdire toute forme de mise à disposition de travailleurs autre que le travail intérimaire - qu'il n'admettait que dans les conditions et selon les modalités strictes décrites ci-dessus -, ce que concrétise l'interdiction portée par l'article 31, § 1, de la loi du 24 juillet 1987; il ne peut être dérogé à cette interdiction de principe que dans le cadre strict du prêt exceptionnel de main-d'oeuvre visé à l'article 32 de la même loi, lequel requiert de surcroît une autorisation administrative préalable.