(15) Wanneer de schuldeiser op grond van het recht van de gewone verblijfplaats van de alimentatiegerechtigde of het recht van de aangezochte rechter geen alimentatie van de schuldenaar kan ontvangen, of wanneer het niet billijk of niet juist zou zijn om dit recht toe te passen , moet het mogelijk blijven om het recht toe te passen van een andere lidstaat waarmee de onderhoudsverplichting nauw is verbonden , in het bijzonder, maar niet uitsluitend, dat van het land van de gemeenschappelijke nationaliteit van de partijen.
(15) Lorsque la loi du pays de la résidence habituelle du créancier d'aliments ou la loi de la juridiction saisie ne permet pas au créancier d'aliments d'obtenir des aliments du débiteur ou s'il serait inéquitable ou inapproprié d'appliquer cette loi , il doit demeurer possible d'appliquer la loi d'un autre pays avec lequel l'obligation alimentaire présente des rapports étroits, en particulier, mais pas seulement, celle du pays de la nationalité commune des parties.