Precies daarom heeft België de toepassingssfeer van de we
t van 23 maart 1995 willen verruimen tot « genocide of misdaden tegen de menselijkheid, zoals die zijn gedefinieerd door het internationaal recht en als dusdanig erkend zijn door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van enig internationaal tribunaal waarvan de bevoegdheid erkend is door België, door de Veiligheidsraad of de Algemene Vergadering van de Organisatie van de Verenigde Naties, dan wel door een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van een Belgisch rechtscollege of van een re
chtscollege van een andere lidstaat ...[+++] van de Europese Unie, ontkent, schromelijk minimaliseert, poogt te rechtvaardigen of goedkeurt » (1) .