Zo ook verklaart het Hof in zijn beslissing Nylund een klacht onontvankelijk die ingesteld was door een man die beweerde dat hij de genetische vader was van een kind als gevolg van de seksuele betrekkingen die hij gehad had met de moeder van dat kind, en die ondertussen getrouwd was met een andere man die ook beweerde dat hij de genetische vader was, en die bovendien het wettelijk vermoeden van het vaderschap genoot; aan de verzoeker was de mogelijkheid ontzegd om zijn vaderschap aan te tonen.
De même, dans sa décision Nylund, la Cour déclare irrecevable une requête introduite par un homme se déclarant le père génétique d'un enfant à la suite de relations sexuelles qu'il avait eues avec la mère de cet enfant, qui s'était mariée entre-temps avec un autre homme se prétendant lui aussi être le père génétique et bénéficiant en outre de la présomption légale de paternité, le requérant s'étant vu refuser à établir sa paternité.