Uit deze tabel blijkt dat de zaken betreffende de misdrijven inzake “openbaar vervoer” voornamelijk omwille van volgende motieven zonder gevolg worden gesteld: “andere prioriteiten” (31,14 %), dader onbekend” (28,28 %), “afwezigheid van voorgaanden” (8,29 %) en “wanverhouding strafvordering-maatschappelijke verstoring” (6,10 %).
Le tableau montre que les affaires concernant les infractions en matière de « transports publics » sont surtout classées sans suite pour le motif de « autres priorités » (31,14 %), de « auteur inconnu » (28,28 %), de « absence d’antécédent » (8,29 %) et de « conséquences disproportionnées-trouble social » (6,10 %).