In een eerste onderdeel beweert hij dat dat type van bepaling in geen enkele andere wettekst terug te vinden is en dus de politieagenten discrimineert in het licht van de in het middel aangevoerde teksten die de vrijheid van vereniging, de vakbondsvrijheid en het stakingsrecht waarborgen, en in een tweede onderdeel voert hij aan dat een strafsanctie zoals die waarin de in het geding zijnde bepaling voorziet, niet in de vroegere wetgeving voorkwam.
Il soutient dans une première branche que ce type de disposition ne se retrouve dans aucun autre texte légal et discrimine donc les policiers au regard des textes invoqués au moyen qui garantissent la liberté d'association, la liberté syndicale et le droit de grève, et dans une seconde branche qu'aucune sanction pénale du type de celle prévue par la disposition en cause ne figurait dans l'ancienne législation.