In antwoord op een door het Hof van Beroep te Brussel gestelde prejudiciële vraag betreffende de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 361 van het Burgerlijk Wetboek, meer bepaald of de wetgever, wat de geadopteerden betreft, één van de gevolgen die hij aan het huwelijk heeft toegekend niet had moeten uitbreiden tot het ongehuwd samenwonen, heeft het Hof in zijn arrest nr. 49/2000 ontkennend geantwoord en daarbij de vraag buiten beschouwing gelaten of de uitzondering moet worden uitgebreid tot de wettelijke samenwoning.
Saisie par la Cour d'appel de Bruxelles d'une question préjudicielle relative à la compatibilité avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l'article 361 du Code civil, portant sur le point de savoir si le législateur n'eût pas dû, en ce qui concerne les adoptés, étendre au concubinage un des effets qu'il a attribués au mariage, la Cour a, dans son arrêt n° 49/2000, répondu par la négative, tout en faisant abstraction de la question de savoir si l'exception doit être étendue à la cohabitation légale.