Hoewel de advocaat-generaal erkent dat cosmetica- en lichaamsverzorgingsproducten in beginsel geëigend zijn voor een selectieve distributieovereenkomst en dat de aanwezigheid van een apotheker het imago van die producten kan versterken, is hij niettemin van oordeel dat de nationale rechter moet onderzoeken of een algemeen en absoluut verbod van internetverkopen evenredig is.
Tout en admettant que les produits cosmétiques et d’hygiène corporelle sont, en principe, appropriés pour un accord de distribution sélective et que la présence d’un pharmacien peut renforcer l’image de ces produits, l’avocat général estime néanmoins que la juridiction nationale doit vérifier si une interdiction générale et absolue est proportionnée.