65. benadrukt dat de gebeurtenissen van de Arabische lente hebben laten zien dat het EU-beleid ten aanzien van de regio een aantal tekortkomingen heeft, ook ten aanzien van de situatie van jongeren die geconfronteerd worden met massale werkloosheid en gebrek aan vooruitzichten in hun land; is echter verheugd over de bereidheid van de EU haar benadering aan te passen en wijst op de noodzaak om de lopende uitwisselingsprojecten en -programma's die ook op de jongeren van deze landen gericht zijn te versterken, met name degene die zijn opgestart in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied;
65. souligne que les événements du Printemps arabe ont révélé un certain nombre de lacunes dans les politiques de l'Union vis-à-vis de la région, notamment face à la situation des jeunes, qui sont confrontés à un chômage de masse et manquent de perspectives dans leur pays; salue néanmoins la volonté d'adopter une nouvelle approche et souligne qu'il y a lieu d'accélérer les projets et les programmes d'échange en cours associant les jeunes du Printemps arabe, notamment ceux qui ont été lancés dans le cadre de l'Union pour la Méditerranée;