De lidstaten dienen in samenwerking met de sociale partners de arbeidsparticipatie op te voeren door activerende maatregelen, met name voor jongeren, laagopgeleiden en personen die bijzondere bescherming en/of steun nodig hebben, door middel van adviesdiensten en een op de behoefte van de arbeidsmarkt afgestemde opleiding en vervolgopleiding .
Les États membres devraient s'employer, en collaboration avec les partenaires sociaux, à augmenter le taux d'activité en mettant en œuvre des mesures d'activation, en particulier à l'intention des jeunes, personnes peu qualifiées et des personnes ayant besoin d'une protection ou d'un soutien particuliers, en offrant un accompagnement et des dispositifs de formation et de perfectionnement en phase avec les besoins du marché du travail.