In de toelichting die aan de Nationale Arbeidsraad werd verstrekt bij het aan voorgelegde ontwerp, werd duidelijk gemaakt dat zowel voor de inning van de bijdragen als voor de opgebouwde rechten, wordt uitgegaan van het fictief minimumloon, nl. het gewaarborgd gemiddeld maandinkomen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988.
Le commentaire qui a été remis au Conseil national du Travail précise que tant la perception des cotisations que les droits constitués se basent sur le salaire minimum fictif, à savoir le revenu mensuel moyen garanti par la convention collective de travail n° 43 du 2 mai 1988.