Nu, zoals de gemachtigde van de M
inister erop wijst, steeds weer het streven tot uiting komt om over te gaan
van een systeem van arbeidsverhoudingen gebaseerd op de wil van de partijen bij die arbeidsverhouding [.] naar een bestel waarbij de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden bepaald, inzonderheid ten aanzien van het vaststellen van de loopbanen en de overeenstemmende lonen van de bedienden van de hypotheekbewaarders, rijst de vraag of het dispositief dat bij het ontworpen besluit in het voornoemde besluit van de Reg
ent van 1 ...[+++]juli 1949 wordt opgenomen, geen grondiger aanpassing van dat besluit vergt dan de onderzochte tekst tot stand brengt.
Dès lors que, comme le relève le délégué du ministre, s'affirme de plus en plus la volonté de transiter d'un système de relations de travail fondé sur la volonté des parties à cette relation vers un régime de fixation unilatérale des conditions de travail notamment par rapport à la détermination des carrières et des salaires correspondants des employés des conservateurs des hypothèques, la question se pose de savoir si le dispositif qu'intègre l'arrêté en projet dans l'arrêté du Régent du 1 juillet 1949, précité, ne nécessiterait pas une adaptation plus fondamentale de cet arrêté que ne le fait le texte examiné.