De in artikel 3 van het Protocol bedoelde passieve omkoping van nationale arbiters is gedefinieerd als « wanneer opzettelijk gepleegd, het vragen of ontvangen door een arbiter die zijn of haar taken uitoefent volgens het nationale recht inzake arbitrage van de Partij, rechtstreeks of onrechtstreeks, van elk onverschuldigd voordeel, voor hemzelf, haarzelf of voor iemand anders, of het aanvaarden van het aanbod of de belofte daarvan, om een handeling te verrichten of na te laten te verrichten in de uitoefening van zijn of haar taken ».
La corruption passive de l'arbitre national visé à l'article 3 du Protocole est « l'acte commis intentionnellement, le fait pour un arbitre exerçant ses fonctions sous l'empire du droit national sur l'arbitrage de cette Partie, de solliciter ou de recevoir, directement ou indirectement, tout avantage indu pour lui-même ou quelqu'un d'autre ou d'en accepter l'offre ou la promesse afin qu'il accomplisse ou s'abstienne d'accomplir un acte dans l'exercice de ses fonctions».