Bij de argumenten die ervoor spraken er een pre-eminente rol aan toe te kennen inzake de bescherming van minderjarigen, zoals in de Conventie van Den Haag van 1961, komt in feite de eigen aard van de Conventie zelf, namelijk haar beperkte draagwijdte.
En fait, aux arguments qui ont agi en faveur de lui accorder un rôle prééminent en matière de protection des mineurs, comme dans la Convention de La Haye de 1961, vient s'ajouter la propre nature même de la Convention, c'est-à-dire sa portée limitée.