34. betreurt dat de ten uitvoer gelegde maatregelen op korte termijn hebben geresulteerd in een nog ongelijkere inkomensverdeling; merkt op dat er sprake is van een bovengemiddelde toename van dergelijke ongelijkheden in de vier landen; merkt op dat de bezuinigingen op sociale uitkeringen en diensten en de stijgende werkloosheid als gevolg van de maatregelen waarin de programma's voorzien die zijn bedoeld om de macro-economische situatie, inclusief loonsverlagingen, te corrigeren, de armoedeniveaus nog verder doen oplopen;
34. déplore que les mesures mises en œuvre aient entraîné à court terme une accentuation des inégalités dans la répartition des revenus; constate que les inégalités dans la répartition des revenus se sont accrues au sein des quatre pays concernés dans des proportions supérieures à la moyenne; observe que la réduction des prestations sociales et des services sociaux ainsi que l'augmentation du chômage, provoquées par les mesures contenues dans les programmes destinés à remédier à la situation macroéconomique, de même que les réductions des salaires, entraînent une hausse de la pauvreté;
