Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "arrest nr 68 2015 " (Nederlands → Frans) :

Het Hof heeft het vervolgens echter « noodzakelijk » geacht « terug te komen op een deel van zijn rechtspraak » door te oordelen dat « de kwestie van de verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van advocaten in de geschillen voor de burgerlijke rechter tussen een overheid die in het algemeen belang optreedt en een particulier, in haar geheel » diende « te worden heroverwogen » (arrest nr. 68/2015 van 21 mei 2015, B.9.2 en B.9.3; arrest nr. 70/2015 van 21 mei 2015, B.9.2 en B.9.3).

La Cour a cependant, par la suite, estimé « nécessaire de revenir sur une partie de sa jurisprudence » en considérant qu'il s'imposait de « reconsidérer, dans son ensemble, la question de la répétibilité des frais et honoraires d'avocats dans les litiges portés devant le juge civil et opposant une autorité publique agissant dans l'intérêt général et un particulier » (arrêt n° 68/2015 du 21 mai 2015, B.9.2 et B.9.3; arrêt n° 70/2015 du 21 mai 2015, B.9.2 et B.9.3).


Aldus heeft het, onder meer, geoordeeld dat artikel 1017, eerste lid, in samenhang gelezen met de artikelen 1018, 6°, en 1022, van het Gerechtelijk Wetboek, in die zin diende te worden geïnterpreteerd dat het niet belet dat de ambtenaar van de burgerlijke stand die in het ongelijk wordt gesteld na afloop van het onderzoek van een beroep ingesteld met toepassing van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek, wordt veroordeeld tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding ten gunste van de personen die dat beroep hebben ingesteld (arrest nr. 68/2015, B.12).

Ce faisant, elle a, entre autres, jugé que l'article 1017, alinéa 1, lu en combinaison avec les articles 1018, 6°, et 1022 du Code judiciaire, devait être interprété comme n'empêchant pas que l'officier de l'état civil succombant à l'issue de l'examen d'un recours exercé en application de l'article 167 du Code civil soit condamné au paiement de l'indemnité de procédure au profit des personnes ayant introduit ce recours (arrêt n° 68/2015, B.12).


Bij zijn arrest nr. 68/2015 van 21 mei 2015 heeft het Hof in verband met de kwestie van de verhaalbaarheid van de kosten en erelonen van advocaten in geschillen voor de burgerlijke rechter tussen een overheid die in het algemeen belang optreedt en een particulier, geoordeeld : « B.3.1.

Par son arrêt n° 68/2015 du 21 mai 2015, la Cour a jugé en ce qui concerne la question de la répétibilité des frais et honoraires d'avocats dans des litiges devant le juge civil entre une autorité publique agissant dans l'intérêt général et un particulier : « B.3.1.


Uittreksel uit arrest nr. 68/2015 van 21 mei 2015 Rolnummer : 5841 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1017, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met de artikelen 1018 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Extrait de l'arrêt n° 68/2015 du 21 mai 2015 Numéro du rôle : 5841 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1017, alinéa 1 , du Code judiciaire, lu en combinaison avec les articles 1018 et 1022 du Code judiciaire, posée par la Cour d'appel de Gand.


2. - Wijzigingen van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie Art. 2. In artikel 2 van de wet 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 18 december 2015, en gedeeltelijk vernietigd bij arrest nr. 84/2015 van het Grondwettelijk Hof, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 11° wordt vervangen als volgt : "11° "operator" : ieder persoon die onder de verplichting valt een kennisgeving te doen overeenkomstig artikel 9; "; b) in de plaats van de bepaling onder 74°, vernietigd b ...[+++]

2. - Modifications de la loi du 13 juin 2005 relative aux communications électroniques Art. 2. A l'article 2 de la loi 13 juin 2005 relative aux communications électroniques, modifié en dernier lieu par la loi du 18 décembre 2015, et partiellement annulé par l'arrêt n° 84/2015 de la Cour constitutionnelle, les modifications suivantes sont apportées : a) le 11° est remplacé par ce qui suit : "11° "opérateur" : toute personne soumise à l'obligation d'introduire une notification conformément à l'article 9; "; b) au lieu du 74°, annulé ...[+++]


Als gevolg van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 9 oktober 2014 (HvJ, Isabelle Gielen, C-299/13) heeft het Hof de artikelen 61 tot 68 en 69, tweede lid, van de wet van 28 december 2011 vernietigd bij zijn arrest nr. 12/2015 van 5 februari 2015.

A la suite de l'arrêt de la Cour de justice de l'Union européenne du 9 octobre 2014 (CJUE, Isabelle Gielen, C-299/13), la Cour a annulé les articles 61 à 68 et 69, alinéa 2, de la loi du 28 décembre 2011 par son arrêt n° 12/2015 du 5 février 2015.


In zijn arrest nr. 68/2014 van 24 april 2014 heeft het Grondwettelijk Hof geoordeeld: "Artikel 134 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vrij verkeer van werknemers)".

Dans son arrêt n° 68/2014 du 24 avril 2014, la Cour constitutionnelle a jugé que "l'article 134 du Code des impôts sur les revenus 1992 viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 45 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne (libre circulation des travailleurs)".


Ten slotte hebben de motieven van onontvankelijkheid van het beroep, die door de tussenkomende partijen worden afgeleid uit het gezag van gewijsde dat is verbonden aan het prejudicieel arrest nr. 68/2005 alsmede aan het arrest van het Hof van Cassatie van 29 juni 2005, betrekking op de interpretatie en de draagwijdte van de in het geding zijnde bepaling en zullen ze worden behandeld bij het onderzoek ten gronde.

Enfin, les motifs d'irrecevabilité du recours déduits par les intervenants de l'autorité de chose jugée qui s'attache à l'arrêt préjudiciel n° 68/2005 ainsi qu'à l'arrêt de la Cour de cassation du 29 juin 2005 concernent l'interprétation et la portée de la disposition en cause et seront abordés lors de l'examen du fond.


Het Hof neemt echter akte van het feit dat het Hof van Cassatie in zijn arrest van 5 mei 2004 waarbij één van de prejudiciële vragen wordt gesteld die aanleiding hebben gegeven tot het arrest nr. 68/2005, op impliciete wijze - en in zijn arrest van 29 juni 2005 op expliciete wijze - heeft geoordeeld dat artikel 16.2 van het Verdrag van 28 juli 1951 « niet tot gevolg heeft de overgangsregeling van het voormelde artikel 29, § 3, tweede lid, toepasbaar te maken wanneer een klager, die zijn gewoonlijke verblijfplaats in België heeft, er h ...[+++]

La Cour prend acte, cependant, de ce que la Cour de cassation a jugé, implicitement dans son arrêt du 5 mai 2004 qui pose une des questions préjudicielles ayant donné lieu à l'arrêt n° 68/2005, et explicitement dans son arrêt du 29 juin 2005, que l'article 16.2 de la Convention du 28 juillet 1951 « n'a pas pour effet de rendre applicable le régime transitoire de l'article 29, § 3, alinéa 2, précité lorsqu'un plaignant, qui a sa résidence habituelle en Belgique, y a le statut de réfugié ».


De verzoekende partijen gronden hun vorderingen tot schorsing in de eerste plaats op artikel 20, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, dat bepaalt dat tot schorsing kan worden besloten als een beroep wordt ingesteld tegen een norm die identiek is met een reeds eerder door het Hof vernietigde norm en die door dezelfde wetgever is aangenomen; de verzoekers verwijzen naar het arrest nr. 52/99 van 26 mei 1999 en naar het arrest nr. 68/99 van 17 juli 1999.

Les parties requérantes appuient tout d'abord leurs demandes de suspension sur l'article 20, 2°, de la loi spéciale du 6 janvier 1989, qui dispose que la suspension peut être décidé e si un recours est exercé contre une norme identique à une norme déjà annulée par la Cour et qui a été adoptée par le même législateur; les requérants se réfèrent à l'arrêt n° 52/99 du 26 mai 1999 et à l'arrêt n° 68/99 du 17 juin 1999.




Anderen hebben gezocht naar : arrest     arrest nr 68 2015     hebben ingesteld arrest     bij zijn arrest     uittreksel uit arrest     vernietigd bij arrest     december     arrest nr 12 2015     arrest nr 68 2014     prejudicieel arrest     arrest nr 68 2005     tegen een norm     arrest nr 68 2015     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arrest nr 68 2015' ->

Date index: 2021-02-21
w