Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arresten nrs 44 2000 » (Néerlandais → Français) :

Voorts vallen ze allen thans onder de toepassing van de wet van 5 juli 1998 op de schuldbemiddeling en de verplichting hoofdens artikel 1675/8, 2, om de schuldbemiddelaar te helpen in zijn opzoekingen, een verplichting waarvan advocaten ingevolge de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof verschoond zijn, zodat zij de enigen zijn die zich kunnen beroepen op hun beroepsgeheim tegenover de schuldbemiddelaar (zie arresten nrs. 46/2000 van 3 mei 2000 en 129/2006 van 28 juli 2006).

Tous relèvent actuellement du champ d'application de la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et sont soumis, conformément à l'article 1675/8, 2, à l'obligation d'aider le médiateur de dettes dans ses investigations, une obligation dont les avocats sont dispensés en vertu de la jurisprudence de la Cour constitutionnelle, de sorte qu'ils sont les seuls à pouvoir se prévaloir de leur secret professionnel à l'égard du médiateur de dettes (voir les arrêts nº 46/2000 du 3 mai 2000 et 129/2006 du 28 juillet 2006).


Voorts vallen ze allen thans onder de toepassing van de wet van 5 juli 1998 op de schuldbemiddeling en de verplichting hoofdens artikel 1675/8, 2, om de schuldbemiddelaar te helpen in zijn opzoekingen, een verplichting waarvan advocaten ingevolge de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof verschoond zijn, zodat zij de enigen zijn die zich kunnen beroepen op hun beroepsgeheim tegenover de schuldbemiddelaar (zie arresten nrs. 46/2000 van 3 mei 2000 en 129/2006 van 28 juli 2006).

Tous relèvent actuellement du champ d'application de la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et sont soumis, conformément à l'article 1675/8, 2, à l'obligation d'aider le médiateur de dettes dans ses investigations, une obligation dont les avocats sont dispensés en vertu de la jurisprudence de la Cour constitutionnelle, de sorte qu'ils sont les seuls à pouvoir se prévaloir de leur secret professionnel à l'égard du médiateur de dettes (voir les arrêts nº 46/2000 du 3 mai 2000 et 129/2006 du 28 juillet 2006).


Het Hof heeft op vergelijkbare wijze, bij het arrest nr. 170/2003 van 17 december 2003 (met betrekking tot de artikelen 32, 2°, en 46, § 2, in samenhang gelezen met artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek), de arresten nrs. 166/2005 van 16 november 2005, 34/2006 van 1 maart 2006 en 43/2006 van 15 maart 2006 (alle drie met betrekking tot artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), het arrest nr. 85/2007 van 7 juni 2007 (met betrekking tot artikel 39 van het Vlaams decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gew ...[+++]

La Cour a jugé de manière semblable qu'une disposition qui énonce qu'un délai de recours court à partir de la date d'envoi de la décision concernée restreint de manière disproportionnée les droits de la défense du justiciable par les arrêts n 170/2003 du 17 décembre 2003 (concernant les articles 32, 2°, et 46, § 2, combinés avec l'article 792, alinéa 2, du Code judiciaire), 166/2005 du 16 novembre 2005, 34/2006 du 1 mars 2006 et 43/2006 du 15 mars 2006 (concernant tous trois l'article 71 de la loi du 8 juillet 1976 organique des centr ...[+++]


Het door de verzoekende partij aangevoerde nadeel kan niet als ernstig en moeilijk te herstellen worden beschouwd, aangezien het een financieel nadeel betreft dat kan worden hersteld in geval van de vernietiging van de bestreden maatregelen (zie de arresten nrs. 60/92, B.3.2; 28/96, B.6; 169/2006, B.16.1; 204/2009, B.4; 96/2010, B.29; 44/2012, B.6.3; 56/2012, B.7).

Le préjudice invoqué par la partie requérante ne peut être qualifié de grave et de difficilement réparable dans la mesure où il s'agit d'un préjudice financier qui peut être réparé en cas d'annulation des dispositions attaquées (voy. arrêts n° 60/92, B.3.2; n° 28/96, B.6; n° 169/2006, B.16.1; n° 204/2009, B.4; n° 96/2010, B.29; n° 44/2012, B.6.3; n° 56/2012, B.7).


Bij zijn arresten nrs. 44/95 en 75/95 heeft het Hof voor recht gezegd dat artikel 92, tweede lid, van het BTW-Wetboek, in de interpretatie waarin die bepaling aan de bevoegde ambtenaar een gebonden bevoegdheid toekent, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, maar dat die bepaling, in de interpretatie waarin zij aan de bevoegde ambtenaar een discretionaire bevoegdheid toekent, die grondwetsbepalingen niet schendt.

Par ses arrêts n 44/95 et 75/95, la Cour a dit pour droit que l'article 92, alinéa 2, du Code de la TVA, interprété en ce sens qu'il confère une compétence liée au fonctionnaire compétent, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, mais que cette disposition, interprétée en ce sens qu'elle confère un pouvoir discrétionnaire au fonctionnaire compétent, ne viole pas ces dispositions constitutionnelles.


Bij zijn arresten nrs. 73/92, 43/93, 44/95 en 75/95 heeft het Hof uitspraak gedaan over de bestaanbaarheid, met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, van artikel 92, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna : BTW-Wetboek), dat in een soortgelijke regeling voorziet.

Par ses arrêts n 73/92, 43/93, 44/95 et 75/95, la Cour s'est prononcée sur la compatibilité de l'article 92, alinéa 2, du Code de la taxe sur la valeur ajoutée (ci-après : le Code de la TVA) - qui prévoit un régime similaire - avec le principe d'égalité et de non-discrimination.


Wanneer de dader van eenzelfde feit op een alternatieve wijze kan worden gestraft, zoals te dezen, heeft het Hof geoordeeld dat er in beginsel een parallellisme moet bestaan tussen de maatregelen van individualisering van de straf : wanneer voor dezelfde feiten de correctionele rechtbank een boete kan opleggen die minder bedraagt dan het wettelijk minimum indien verzachtende omstandigheden aanwezig zijn (artikel 85 van het Strafwetboek) of wanneer uitstel kan worden toegekend (wet van 29 juni 1964), moet het niet-strafgerecht, waarbij het beroep tegen de beslissing om een administratieve sanctie op te leggen aanhangig is gemaakt, in beginsel over dezelfde mogelijkheden van individualisering van de straf beschikken ...[+++]

Lorsque l'auteur d'un même fait peut être puni, comme en l'espèce, de manière alternative, la Cour a jugé qu'un parallélisme doit en principe exister entre les mesures d'individualisation de la peine : lorsque, pour les mêmes faits, le tribunal correctionnel peut infliger une amende inférieure au minimum légal s'il existe des circonstances atténuantes (article 85 du Code pénal) ou lorsqu'il peut accorder un sursis (loi du 29 juin 1964), la juridiction non pénale, saisie du recours dirigé contre la décision d'infliger une sanction administrative, doit en principe disposer des mêmes possibilités d'individualisation de la peine (arrêts n 40/97, 45/97, 128/99, 86/2007, 42/2009 ...[+++]


De heer Vandenberghe stelt dat het Arbitragehof in zijn arresten nr. 77/96 van 18 december 1996, (nr. 20/99) van 17 februari 1999 en nr. 19/2000 van 9 februari 2000 heeft gewezen op het verschil in behandeling tussen enerzijds de personen die zich in een contractuele rechtssituatie bevinden en zich ten gevolge daarvan kunnen beroepen op artikel 18 van de wet van 1978 op de arbeidsovereenkomsten en anderzijds de personen die werken in statutair verband en als organen van de overheid kunnen beschouwd worden.

M. Vandenberghe affirme que, dans ses arrêts nº 77/96 du 18 décembre 1996, 20/99 du 17 février 1999 et 19/2000 du 9 février 2000, la Cour d'arbitrage a attiré l'attention sur la différence de traitement entre, d'une part, les personnes qui se trouvent dans une situation juridique contractuelle et qui, par conséquent, peuvent se prévaloir de l'article 18 de la loi de 1978 sur les contrats de travail et, d'autre part, les personnes qui ont un statut et qui sont considérées comme des organes des pouvoirs publics.


De heer Vandenberghe stelt dat het Arbitragehof in zijn arresten nr. 77/96 van 18 december 1996, (nr. 20/99) van 17 februari 1999 en nr. 19/2000 van 9 februari 2000 heeft gewezen op het verschil in behandeling tussen enerzijds de personen die zich in een contractuele rechtssituatie bevinden en zich ten gevolge daarvan kunnen beroepen op artikel 18 van de wet van 1978 op de arbeidsovereenkomsten en anderzijds de personen die werken in statutair verband en als organen van de overheid kunnen beschouwd worden.

M. Vandenberghe affirme que, dans ses arrêts nº 77/96 du 18 décembre 1996, 20/99 du 17 février 1999 et 19/2000 du 9 février 2000, la Cour d'arbitrage a attiré l'attention sur la différence de traitement entre, d'une part, les personnes qui se trouvent dans une situation juridique contractuelle et qui, par conséquent, peuvent se prévaloir de l'article 18 de la loi de 1978 sur les contrats de travail et, d'autre part, les personnes qui ont un statut et qui sont considérées comme des organes des pouvoirs publics.


(9) Zie in die zin eveneens de arresten nr. 76/98 van 24 juni 1998, overweging B.10 en B.11; 109/2000 van 31 oktober 2000, overweging B.5.3.2 en B.5.4; nr. 156/2002 van 6 november 2002, overweging B.4 tot B.6.

(9) En ce sens aussi, les arrêts n 76/98 du 24 juin 1998, considérant B.10 et B.11; 109/2000 du 31 octobre 2000, considérants B.5.3.2 et B.5.4; n 156/2002 du 6 novembre 2002, considérants B.4 à B.6.




D'autres ont cherché : schuldbemiddelaar zie arresten     arresten nrs 46 2000     arresten nrs 46 2000     arresten     juni     zie de arresten     6 169 2006     bij zijn arresten     straf beschikken arresten     2007     nr 19 2000     eveneens de arresten     11 109 2000     arresten nrs 44 2000     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arresten nrs 44 2000' ->

Date index: 2022-06-05
w