Art. 66. Indien er ernstige aanwijzingen zijn dat oneigenlijk gebruik of misbruik wordt gemaakt van de rechten bepaald in artikel 63, eerste en tweede lid en artikel 64, eerste lid, wordt de Stafhouder van de balie van het gerechtelijk arrondissement waar de advocaat is ingeschreven of, indien het een advocaat betreft bedoeld in artikel 64, tweede lid, de Stafhouder van de balie van het gerechtelijk arrondissement waar het centrum gelegen is, hiervan onmiddellijk op het hoogte gebracht.
Art. 66. S'il y a de sérieuses indications qu'il est fait un usage inapproprié ou abusif des droits définis dans l'article 63, alinéas 1 et 2, et l'article 64, alinéa 1, le Bâtonnier du barreau de l'arrondissement judiciaire où l'avocat est inscrit, ou, si cela concerne un avocat visé à l'article 64, alinéa 2, le Bâtonnier de l'Ordre des avocats de l'arrondissement judiciaire où se situe le centre, en est immédiatement informé.