Art. 49. Niemand wordt toegelaten tot de proeven voor het behalen van het brevet bedoeld in artikel 45, 11°, als hij niet de voorwaarden vervult voor de benoeming in vast verband in het bevorderingsambt waarvoor het brevet vereist is, met uitzondering van de voorwaarde betreffende het brevet zelf.
Art. 49. Nul n'est admis aux épreuves pour l'obtention du brevet visé à l'article 45, 11° s'il ne remplit les conditions requises pour la nomination à titre définitif à la fonction de promotion pour laquelle le brevet est exigé, à l'exception de la condition relative au brevet lui-même.