Vertaling van "art 7 elke vereniging die gesubsidieerde creatieve ateliers " (Nederlands → Frans) :

Art. 7. Elke vereniging die gesubsidieerde creatieve ateliers organiseert, dient in haar publicaties en tijdens haar activiteiten te vermelden dat het de steun geniet van de Franse Gemeenschapscommissie.
Art. 7. Toute association organisant des ateliers créatifs subventionnée doit faire mention dans ses publications et lors de ses activités du soutien de la Commission communautaire française.

Art. 3. Om gesubsidieerd te worden, dienen de verenigingen die creatieve ateliers organiseren de volgende voorwaarden te vervullen :
Art. 3. Pour être subsidiées, les associations organisant des ateliers créatifs doivent remplir les conditions suivantes :

Art. 107. Elk erkend of gesubsidieerd centrum of elke erkende of gesubsidieerde dienst, vereniging, woonomgeving of onderneming moet de dienst PHARE alle informatie die nodig is voor de verwezenlijking van zijn opdrachten, kosteloos bezorgen.
Art. 107. Tout centre, service, association, logement ou entreprise agréé ou subventionné est tenu de fournir sans frais au service PHARE toute information nécessaire à l'accomplissement de ses missions.

« Art. 6. ­ Elke instelling van openbaar nut en elke vereniging die op de datum van de feiten ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezit, die volgens haar statuten al ten minste vijf jaar tot doel heeft echtelijk geweld te voorkomen en die erkend is of gesubsidieerd wordt door de bevoegde overheid, kan met instemming van het slachtoffer een rechtsvordering instellen en in rechte optreden in de gedingen bedoeld in artikel 410, derde lid».
« Art. 6. ­ Tout établissement d'utilité publique et toute association jouissant de la personnalité juridique depuis au moins 5 ans à la date des faits qui se propose depuis au moins 5 ans à la date des faits par statut, de prévenir la violence conjugale et qui est agréé, reconnu ou subventionné par les autorités compétentes, peut ­ avec l'accord de la victime ­ introduire une procédure judiciaire et ester en justice dans les litiges prévus à l'article 410, alinéa 3. »

« Art. 6. ­ Elke instelling van openbaar nut en elke vereniging die op de datum van de feiten ten minste vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezit, die volgens haar statuten al ten minste vijf jaar tot doel heeft echtelijk geweld te voorkomen en die erkend is of gesubsidieerd wordt door de bevoegde overheid, kan met instemming van het slachtoffer een rechtsvordering instellen en in rechte optreden in de gedingen bedoeld in artikel 410, derde lid».
« Art. 6. ­ Tout établissement d'utilité publique et toute association jouissant de la personnalité juridique depuis au moins 5 ans à la date des faits qui se propose depuis au moins 5 ans à la date des faits par statut, de prévenir la violence conjugale et qui est agréé, reconnu ou subventionné par les autorités compétentes, peut ­ avec l'accord de la victime ­ introduire une procédure judiciaire et ester en justice dans les litiges prévus à l'article 410, alinéa 3».

Art. 30. Dit hoofdstuk is van toepassing op elke vereniging waarvan de leden een zelfde beroep uitoefenen, waarvan het maatschappelijk doel erin bestaat de professionele belangen van haar leden te behartigen, en die door de Franse Gemeenschap wordt gesubsidieerd of erkend.
Art. 30. Le présent chapitre est applicable à toute association dont les membres exercent une même profession, dont l'objet social consiste à défendre les intérêts professionnels de ses membres et qui est subventionnée, agréée ou reconnue par la Communauté française.

« Art. 23. Indien een krachtens dit decreet erkende vereniging of gesubsidieerde vereniging in vereffening gesteld wordt of haar activiteiten stopzet of niet meer aan de voorwaarden voldoet om het voordeel van de erkenning te behouden, wordt elke erkenning en elke subsidie onmiddellijk ingetrokken, met uitzondering van de subsidies bedoeld bij artikel 9, 3°, en dit, op de voorwaarden bepaald bij het decreet van 24 oktober 2008 tot bepaling van de voorwaarden voor de subsidiëring van de tewerkstelling in de socioculturele sectoren van de Franse Gemeenschap».
« Art. 23. Si une association reconnue ou subventionnée en vertu du présent décret est mise en liquidation ou cesses ses activités ou ne se trouve plus dans les conditions pour conserver le bénéfice de la reconnaissance, toute reconnaissance ou subvention lui sont immédiatement retirées, à l'exception des subventions visées à l'article 9, 3°, et ce, aux conditions fixées par le décret du. 24 octobre 2008 déterminant les conditions de subventionnement de l'emploi dans les secteurs socioculturels de la Communauté française».

Art. 2. § 1. Er kan een Vereniging van Ouders van leerlingen opgericht worden door de ouders van elke inrichting van het kleuter-, lager, basis- en secundair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap.
Art. 2. § 1. Il peut être créé par les parents de tout établissement d'enseignement maternel, primaire, fondamental ou secondaire organisé ou subventionné par la Communauté française, une Association de Parents d'élèves.

Art. 23. Indien een erkende vereniging of gesubsidieerde vereniging krachtens dit decreet vereffend wordt of haar activiteiten stopzet of niet meer aan de voorwaarden voldoet om het voordeel van de erkenning te behouden, wordt elke erkenning en elke subsidie onmiddellijk ingetrokken, met uitzondering van de subsidies bedoeld bij artikel 9, § 1, alinea 2, bestemd om de vereniging toe te laten haar bedragen te betalen voortvloeiend uit het einde van de arbeidscontracten die zij zou hebben afgesloten, met naleving van de van kracht zijnde sociale reglementering, en dit gedurende maximum zes maanden.
Art. 23. Si une association reconnue ou subventionnée en vertu du présent décret est mise en liquidation ou cesse ses activités ou ne se trouve plus dans les conditions pour conserver le bénéfice de la reconnaissance, toute reconnaissance et toute subvention lui sont immédiatement retirées, à l'exception des subventions visées à l'article 9, § 1, alinéa 2, destinées à permettre à l'association de payer les montants découlant de la fin des contrats de travail qu'elle aurait conclus, dans le respect de la réglementation sociale en vigueur, et ce pendant maximum six mois.