Verder vraagt de Raad van State zich af of het onderscheid dat in het ontworpen artikel 329bis, § 2, vierde lid, en § 3, vijfde lid, artikel 330, § 4, en artikel 332quinquies, gemaakt wordt met betrekking tot het in aanmerking nemen van de belangen van het kind, naargelang het al dan niet de leeftijd van één jaar heeft bereikt, wel verenigbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet (stuk Senaat, nr. 3-1402/2, blz. 3, 2).
Par ailleurs, le Conseil d'État s'interroge sur la compatibilité, au regard des articles 10 et 11 de la Constitution, de la différence que font, par rapport à la prise en compte de l'intérêt de l'enfant, les articles 329bis, § 2, alinéa 4, et § 3, alinéa 5, 330, § 4, et 332quinquies, en projet, selon que l'enfant a atteint ou non l'âge d'un an (do c. Sénat, nº 3-1402/2, p. 3, 2).