« Behalve ten aanzien van de dader, de mededader of de medeplichtige van het
misdrijf dat de in artikel 42, 3º, bedoelde zaken heeft opgeleverd, is het in
het eerste lid, 2º, bedoelde misdrijf niet van toepassing op die in artikel 42, 3º, bedoelde zaken die werden verkregen uit de misdrijven waarvan sprake in artikel 206 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, artikel 133 van het Wetboek der successierechten, artikel 66 het Wetboek der zegelrechten, artikel 449 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992,
...[+++]artikel 73 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde en artikel 207 van het Wetboek van met het zegel gelijkgestelde taksen ».
« Sauf à l'égard de l'auteur, du coauteur ou du complice de l'infraction d'où proviennent les choses visées à l'article 42, 3º, l'infraction visée à l'alinéa 1 , 2º n'est pas applicable aux choses visées à l'article 42, 3º, tirées des infractions visées aux articles 206 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, 133 du Code des droits de succession, 66 du Code des droits de timbre, 449 du Code des impôts sur les revenus 1992, 73 du Code de la taxe sur la valeur ajoutée et 207 du Code des taxes assimilées au timbre ».