De conclusies van het tweede verslag in aanmerking genomen, voldoen in totaal 26 lidstaten aan artikel 6, lid 2. In dit artikel is bepaald dat op de delicten bedrieglijke vervaardiging of verandering van munt, zoals voorzien in artikel 3, lid 1, onder a), een gevangenisstraf met een maximum van niet minder dan acht jaar moet worden gesteld.
Il ressort également des conclusions du deuxième rapport qu’au total, vingt-six États membres se conforment à l’article 6, paragraphe 2, en vertu duquel les infractions de fabrication ou d’altération de monnaie prévues à l’article 3, paragraphe 1, point a), doivent être passibles de peines privatives de liberté dont le maximum ne peut être inférieur à 8 ans.