In het vierde middel in de zaak nr. 6037 voeren de verzoekende partijen de schending aan van artikel 19 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de bestreden bepalingen de vrijheid van meningsuiting op onverantwoorde wijze zouden belemmeren.
Dans le quatrième moyen dans l'affaire n° 6037, les parties requérantes allèguent la violation de l'article 19 de la Constitution et de l'article 10 de la Convention européenne des droits de l'homme, lus ou non en combinaison avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que les dispositions attaquées limiteraient la liberté d'expression de manière injustifiée.