Uit de voormelde artikelen 3 en 6 van de wet van 12 januari 2007 blijkt dat het recht op materiële hulp waarin die wet voorziet in beginsel is gekoppeld aan de status van « asielzoeker » - waaronder krachtens artikel 2, 1°, van die wet dient te worden begrepen de
vreemdeling die een asielaanvraag heeft ingediend, hetzij tot erkenning van zijn hoedanigheid van vluchteling, hetzij tot erkenning van het subsidiair bescher
mingsstatuut -, in zoverre de betrokkene niet beschikt over een machtiging tot ve
rblijf van meer dan ...[+++]drie maanden op grond van de wet van 15 december 1980.
Il ressort des articles 3 et 6 précités de la loi du 12 janvier 2007 que le droit à l'aide matérielle prévu par cette loi est en principe lié au statut de « demandeur d'asile » - par lequel il faut, en vertu de l'article 2, 1°, de cette loi, entendre l'étranger qui a introduit une demande d'asile, ayant pour objectif soit la reconnaissance du statut de réfugié, soit l'octroi du statut de protection subsidiaire -, dans la mesure où l'intéressé ne dispose pas d'une autorisation de séjour de plus de trois mois en vertu de la loi du 15 décembre 1980.