Artikel 3 van de voormelde wet van 29 juni 1964 waarbij de toepassingsvoorwaarden van een dergelijke maatregel zijn vas
tgelegd, preciseert immers dat die maatregel, met instemming van de verdachte, door de vonnisgerechten met uitzonderi
ng van de hoven van assisen kan worden gelast ten voordele van de beklaagde die nog niet is veroordeeld tot een criminele straf of een hoofdgevangenisstraf van meer dan zes maanden, indien het feit niet van die aard schijnt te zijn dat het gestraft moet worden met een hoofdstraf van meer dan vijf jaar c
...[+++]orrectionele gevangenisstraf of een zwaardere straf en de tenlastelegging bewezen is verklaard.
L'article 3 de la loi précitée du 29 juin 1964 établissant les conditions d'application d'une telle mesure précise, en effet, que celle-ci peut être ordonnée, de l'accord de l'inculpé, par les juridictions de jugement, à l'exception des cours d'assises, en faveur du prévenu qui n'a pas encouru antérieurement de condamnation à une peine criminelle ou à un emprisonnement principal de plus de six mois lorsque le fait ne paraît pas de nature à entraîner comme peine principale un emprisonnement correctionnel supérieur à cinq ans ou une peine plus grave et que la prévention est déclarée établie.