Vertaling van "associatieraad erop " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

Associatieraad (EU) [ Associatieraad EG | Raad voor Samenwerking | samenwerkingsraad ]
conseil d'association (UE) [ comité d'association | Conseil d'association (CE) | conseil de coopération ]

de getuigenis van iemand inroepen | zich op iemand/erop beroepen
invoquer le témoignage de quelqu'un

Europees Ruimtelijk Ontwikkelingsperspectief | EROP [Abbr.]
schéma de développement de l'espace communautaire | SDEC [Abbr.]

(erop) volgend bevel | volgende rangorde
commande ultérieure

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Vanaf het derde jaar na de inwerkingtreding ziet de Associatieraad erop toe dat de beginselen van het EG-Verdrag (met name artikel 90) door de overheidsondernemingen en de ondernemingen waaraan door Slovenië speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, worden nageleefd (art. 67).
A partir de la troisième année suivant l'entrée en vigueur, le Conseil d'association assurera du respect par les entreprises publiques ou celles auxquelles des droits spéciaux ou exclusifs ont été accordés par la Slovénie, des principes du Traité C.E (notamment de l'article 90) (art. 67).

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Libanon verstoren en strijdig zijn met de belangen van de partijen, worden vastgesteld of gehandhaafd.
En ce qui concerne les entreprises publiques et les entreprises auxquelles des droits spéciaux ou exclusifs ont été octroyés, le conseil d'association s'assure qu'à partir de la cinquième année suivant la date d'entrée en vigueur du présent accord, aucune mesure perturbant les échanges entre la Communauté et le Liban dans une mesure contraire aux intérêts des parties n'est adoptée ou maintenue.

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het derde jaar na de datum van inwerkingtreding van de Overeenkomst de beginselen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid artikel 90, worden nageleefd.
En ce qui concerne les entreprises publiques et les entreprises auxquelles des droits spéciaux ou exclusifs ont été accordés, le conseil d'association s'assure du respect, à partir de la troisième année suivant la date d'entrée en vigueur du présent accord, des principes du traité instituant la Communauté européenne, et notamment de son article 90.

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geen maatregelen die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Jordanië verstoren of strijdig zijn met de belangen van de partijen worden vastgesteld of gehandhaafd.
En ce qui concerne les entreprises publiques et les entreprises auxquelles des droits spéciaux ou exclusifs ont été octroyés, le Conseil d'association s'assure qu'à partir de la cinquième année suivant la date d'entrée en vigueur du présent accord, aucune mesure perturbant les échanges entre la Communauté et la Jordanie dans une mesure contraire aux intérêts des parties n'est adoptée ou maintenue.

Met betrekking tot overheidsondernemingen en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn toegekend, ziet de Associatieraad erop toe dat vanaf het vijfde jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst geen maatregelen worden vastgesteld of gehandhaafd die het handelsverkeer tussen de Gemeenschap en Israël verstoren of strijdig zijn met de belangen van de Partijen.
En ce qui concerne les entreprises publiques et les entreprises auxquelles des droits spéciaux ou exclusifs ont été accordés, le Conseil d'association s'assure qu'à partir de la cinquième année après l'entrée en vigueur du présent accord, aucune mesure perturbant les échanges entre la Communauté et Israël dans une mesure contraire aux intérêts des parties n'est adoptée ou maintenue.

36. roept de EDEO op om ervoor te zorgen dat de gevallen van gevangengezette mensenrechtenverdedigers worden besproken tijdens alle vergaderingen van de EU met derde landen op hoog niveau, met inbegrip van de vergaderingen van de samenwerkingsraad/associatieraad; dringt erop aan dat alle landenstrategieën inzake mensenrechten van de EU met derde landen een hoofdstuk over gevangengezette mensenrechtenverdedigers moeten bevatten;
36. invite le SEAE à faire en sorte que les cas des défenseurs des droits incarcérés soient abordés lors de toutes les réunions à haut niveau entre l'Union et des pays tiers, y compris lors des réunions du Conseil de coopération/du Conseil d'association; insiste pour que toutes les stratégies par pays en matière de droits de l'homme incluent une section sur les défenseurs des droits incarcérés;

19. dringt bij de EU aan op pro-actieve actie door op de komende zitting van het Comité voor de rechten van de mens (HRC) een resolutie voor te bereiden en ondersteunen met betrekking tot het follow-upverslag dat door het comité van onafhankelijke deskundigen is voorgelegd aan de onderzoekmissie voor het conflict in de Gazastrook, met het doel verantwoordingsplicht te waarborgen voor schendingen van het internationaal recht, en om het voorstel te ondersteunen om deze kwestie terug te verwijzen naar de Algemene Vergadering en internationale rechtsmechanismen voor het geval dat Israel en de Palestijnse partijen nalaten gevolg te geven aan hun verplichting om onderzoeken in te stellen overeenkomstig de internationale normen; dringt verder bij de Hoge Vertegenwoordiger aan op een actieve controle op de naleving van de bevindingen van het „Follow-upverslag aan de internationale commissie van onderzoek naar het incident met de humanitaire hulpvloot”, waarbij erop moet worden toegezien dat de beginselen van verantwoordingsplicht en aansprakelijkheid worden nageleefd; benadrukt in dit verband dat de mensenrechtenaspecten van tevoren moeten worden besproken in de Associatieraad EU-Israel en het Paritair Comité EU-Palestina; is in het bijzonder bezorgd over het feit dat de conclusies van Associatieraad EU-Israel van 21 februari 2011 niet het EU-standpunt in deze kwestie weerspiegelen;
19. presse l'Union de prendre des initiatives, lors de la prochaine session du CDH, afin d'apporter sa contribution et son soutien à une résolution relative au rapport sur la suite donnée par le comité d'experts indépendants à la mission d'enquête internationale sur le conflit à Gaza afin de veiller à ce que les coupables de violations du droit international rendent compte de leurs agissements et d'appuyer une saisine de l'Assemblée générale des Nations unies et le recours aux mécanismes de justice internationale dans l'éventualité où les parties israélienne et palestinienne ne se seraient pas conformées à leur obligation de mener des enquêtes, conformément aux normes internationales; invite en outre la haute représentante à contrôler activement le respect des constatations de la «suite donnée au rapport de la mission internationale d'établissement des faits concernant l'incident de la flottille humanitaire», en garantissant le respect de l'obligation de rendre des comptes et du principe de responsabilité; souligne à cet égard que les questions liées aux droits de l'homme doivent en premier lieu être débattues au sein du conseil d'association UE-Israël et du comité mixte UE-Autorité palestinienne; se déclare particulièrement préoccupé par le fait que les conclusions formulées le 21 février 2011 par le conseil d'association UE-Israël ne reflètent pas la position de l'Union en la matière;

19. dringt bij de EU aan op pro-actieve actie door op de komende zitting van het Comité voor de rechten van de mens (HRC) een resolutie voor te bereiden en ondersteunen met betrekking tot het follow-upverslag dat door het comité van onafhankelijke deskundigen is voorgelegd aan de onderzoekmissie voor het conflict in de Gazastrook, met het doel verantwoordingsplicht te waarborgen voor schendingen van het internationaal recht, en om het voorstel te ondersteunen om deze kwestie terug te verwijzen naar de Algemene Vergadering en internationale rechtsmechanismen voor het geval dat Israel en de Palestijnse partijen nalaten gevolg te geven aan hun verplichting om onderzoeken in te stellen overeenkomstig de internationale normen; dringt verder bij de Hoge Vertegenwoordiger aan op een actieve controle op de naleving van de bevindingen van het "Follow-upverslag aan de internationale commissie van onderzoek naar het incident met de humanitaire hulpvloot", waarbij erop moet worden toegezien dat de beginselen van verantwoordingsplicht en aansprakelijkheid worden nageleefd; benadrukt in dit verband dat de mensenrechtenaspecten van tevoren moeten worden besproken in de Associatieraad EU-Israel en het Paritair Comité EU-Palestina; is in het bijzonder bezorgd over het feit dat de conclusies van Associatieraad EU-Israel van 21 februari 2011 niet het EU-standpunt in deze kwestie weerspiegelen;
19. presse l'Union de prendre des initiatives, lors de la prochaine session du CDH, afin d'apporter sa contribution et son soutien à une résolution relative au rapport sur la suite donnée par le comité d'experts indépendants à la mission d'enquête internationale sur le conflit à Gaza afin de veiller à ce que les coupables de violations du droit international rendent compte de leurs agissements et d'appuyer une saisine de l'Assemblée générale des Nations unies et le recours aux mécanismes de justice internationale dans l'éventualité où les parties israélienne et palestinienne ne se seraient pas conformées à leur obligation de mener des enquêtes, conformément aux normes internationales; invite en outre la haute représentante à contrôler activement le respect des constatations de la "suite donnée au rapport de la mission internationale d'établissement des faits concernant l'incident de la flottille humanitaire", en garantissant le respect de l'obligation de rendre des comptes et du principe de responsabilité; souligne à cet égard que les questions liées aux droits de l'homme doivent en premier lieu être débattues au sein du conseil d'association UE-Israël et du comité mixte UE-Autorité palestinienne; se déclare particulièrement préoccupé par le fait que les conclusions formulées le 21 février 2011 par le conseil d'association UE-Israël ne reflètent pas la position de l'Union en la matière;

7. is verheugd over de verklaring van de EU op de achtste vergadering van de Associatieraad EU-Israël, waarin wordt benadrukt dat de ontwikkeling van een nauwer partnerschap tussen de EU en Israël moet worden gezien in de context van de gemeenschappelijke belangen en doelstellingen, waaronder de regeling van het Israëlisch-Palestijnse conflict door middel van de tweestatenoplossing op basis van het internationaal recht en de naleving van de resoluties van de Verenigde Naties; verzoekt de Commissie en de lidstaten erop toe te zien dat de deelname van Israëlische entiteiten aan communautaire programma's in overeenstemming is met de bestaande wetgeving en het bestaande beleid van de EG, waarbij speciale aandacht wordt besteed aan maatregelen om de deelname van in de nederzettingen gevestigde bedrijven en organisaties aan de betrokken programma's te voorkomen, de controle op Israëlische producten die tegen preferentiële tarieven in de EU worden ingevoerd te versterken en inbreukprocedures in te stellen als er producten uit de bezette Palestijnse gebieden komen; vertrouwt erop dat Israël er begrip voor heeft dat de Gemeenschap haar eigen juridische verplichtingen uit hoofde van het Verdrag en het algemene internationale recht moet naleven, en te dien einde met de Gemeenschap zal samenwerken;
7. se félicite de la déclaration de l'UE à la huitième réunion du conseil d'association UE‑Israël, dans laquelle il est souligné que le processus de développement d'un partenariat UE‑Israël renforcé doit être placé dans la perspective des intérêts et objectifs communs, y compris la résolution du conflit israélo-palestinien par la mise en œuvre de la solution bi-étatique, fondée sur le droit international et sur le respect des résolutions des Nations unies; demande à la Commission et aux États membres de veiller à ce que la participation d'entités israéliennes aux programmes communautaires se fasse conformément à la législation et à la politique européennes en vigueur, en particulier en ce qui concerne les mesures visant à empêcher la participation aux programmes en question de sociétés et organisations implantées dans les colonies de peuplement, en renforçant les contrôles des produits israéliens importés dans l'UE sous régime préférentiel et en ouvrant des procédures d'infraction si des produits proviennent des territoires palestiniens occupés; est convaincu qu'Israël respectera l'obligation qui incombe à la Communauté de respecter les engagement qu'elle a pris dans le traité et en vertu du droit international général et aidera la Communauté dans ses efforts pour ce faire;