a) de resultaten van het beperkt nazicht van de in artikel 6, eerste lid, vermelde periodieke staten die de bijkantoren aan het einde van het eerste halfjaar aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen bezorgen waarin bevestigd wordt dat zij geen kennis hebben van feiten waaruit zou blijken dat de periodieke staten per einde halfjaar niet in alle materieel belangrijke opzichten volgens de geldende richtlijnen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen werden opgesteld.
a) les résultats de l'examen limité des états périodiques visés à l'article 6, alinéa 1, transmis par les succursales à la Commission bancaire, financière et des Assurances à la fin du premier semestre social, confirmant qu'ils n'ont pas connaissance de faits dont il apparaîtrait que ces états périodiques n'ont pas, sous tous égards significativement importants, été établis selon les instructions en vigueur de la Commission bancaire, financière et des Assurances.