De lidstaten mogen bijgevolg niet meer kunnen verlangen dat de meerderheid van de stemrechten in een auditkantoor in het bezit moet zijn van of dat de meerderheid van de leden van het leidinggevende of bestuursorgaan van een auditkantoor moet bestaan uit wettelijke auditors die aldaar zijn toegelaten.
Les États membres ne devraient donc plus pouvoir exiger qu'une majorité des droits de vote, au sein d'un cabinet, soit détenue par des contrôleurs légaux des comptes agréés localement, ou bien qu'une majorité des membres de l'organe d'administration ou de direction du cabinet aient été agréés localement.