Hoewel de vraag verwijst naar een eigen recht op verschoonbaarheid dat wordt toegekend aan de echtgenoot en de voormalige echtgenoot van de gefailleerde bij het in het geding zijnde artikel 82, tweede lid, zoals gewijzigd bij de wet van 18 juli 2008 (terwijl die wet zich ertoe beperkt de regel die de wet van 2 februari 2005 ten gunste van de echtgenoot had ingevoerd, uit te breiden tot de voormalige echtgenoot, en dus niet de situatie van de echtgenoot wijzigt), en hoewel de motivering van het verwijzingsvonnis verwijst naar het geval van echtscheiding (terwijl te dezen een zaak bij de verwijzende rechter wordt aanhangig gemaakt door de weduwe van een gefailleerde die niet verschoonbaar werd verklaard), kan die vraag in die zin worden begre
...[+++]pen dat zij het verschil in behandeling betreft dat artikel 82, tweede lid, zou invoeren tussen de echtgenoot of voormalige echtgenoot van de gefailleerde, enerzijds, en de gefailleerde, anderzijds, doordat de niet-verschoonbaarverklaring een automatische weerslag heeft op de situatie van de eerstgenoemden, terwijl alleen de laatstgenoemde zijn standpunt kan doen gelden voor de rechter die zich uitspreekt over zijn verschoonbaarheid.Bien que la question fasse référence à un droit propre à l'excusabilité conféré au conjoint et à l'ex-conjoint du failli par l'article 82, alinéa 2, en cause, modifié par la loi du 18 juillet 2008 (alors que cette loi se borne à étendre à l'ex-conjoint la règle que la loi du 2 février 2005 avait instaurée en faveur du conjoint et ne modifie donc pas la situation de celui-ci) et que la motivation du jugement a quo se réfère à l'hypothèse du divorce (alors qu'en l'espèce, le juge a quo est saisi par la veuve d'un failli déclaré non excusable), cette question peut être entendue comme portant sur la différence de traitement que l'article 82, alinéa 2, instaurerait entre le conjoint ou l'ex-conjoint du failli, d'une part, et le failli, d'autre p
...[+++]art, en ce que la déclaration d'inexcusabilité a une incidence automatique sur la situation des premiers alors que seul le second est en mesure de faire valoir son point de vue devant le juge qui statue sur son excusabilité.