2. De uitgaven van de Autoriteit bestaan ten minste uit personele, administratieve, loon- en infrastructuurkosten, kosten van beroepsopleiding en werkingskosten.
2. Les dépenses de l’Autorité comprennent, au minimum, les frais de personnel et rémunérations, les frais d’administration, d’infrastructure, de formation professionnelle et de fonctionnement.