c) kan het gegeven dat de persoon tegen wie een onderzoek of een door de autoriteiten van de verzoekende Partij gegeven beslissing tot confiscatie is gericht, in het verzoek zowel wordt vermeld als dader van het basisdelict en van het strafbaar feit van witwassen krachtens artikel 9, tweede lid, b, van deze Overeenkomst, niet door de aangezochte Partij worden aangevoerd als beletsel om samen te werken ingevolge dit hoofdstuk.
c) le fait que la personne faisant l'objet d'une enquête ou d'une décision de confiscation prise par les autorités de la Partie requérante soit mentionnée dans la requête à la fois comme l'auteur de l'infraction principale et de l'infraction de blanchiment en application de l'article 9, 2, b de cette Convention, ne saurait être invoqué par la Partie requise comme un obstacle à toute coopération en vertu du présent chapitre.