In afwijking van artikel 3 kan een onvruchtbare vrouw een beroep doen op een draagmoeder als een gynaecoloog schriftelijk vaststelt dat de vrouw fysiologisch onmogelijk zwanger kan worden ten gevolge van een aangeboren of verworven afwezigheid van de baarmoeder, ten gevolge van een niet naar behoren functionerende baarmoeder, dat de zwangerschap levensbedreigend is voor haar en er derhalve een absolute contra-indicatie voor zwangerschap bestaat of dat een zwangerschap bij deze vrouw een levensbedreigend risico zou inhouden voor het kind.
Par dérogation à l'article 3, une femme stérile peut recourir à une mère porteuse si un médecin gynécologue constate par écrit que cette femme est dans l'impossibilité physiologique d'être enceinte en raison d'une absence congénitale ou acquise de la matrice ou d'un dysfonctionnement de celle-ci, que la grossesse met sa vie en danger et est par conséquent tout à fait contre-indiquée ou qu'une grossesse de la femme en question mettrait en danger la vie de l'enfant.