Daarin is geen sprake van een onverenigbaarheid, geheel of ten dele, met het mandaat van voorlopig bewindvoerder. Artikel 437, eerste lid, 4º, bepaalt wel dat het beroep van advocaat onverenigbaar is met alle bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden, tenzij ze noch de onafhankelijkheid van de advocaat, noch de waardigheid van de balie in gevaar brengen.
L'article 437, alinéa 1 , 4º, du même Code prévoit que la profession d'avocat est incompatible avec les emplois et activités rémunérés, à moins qu'ils ne mettent en péril ni l'indépendance de l'avocat ni la dignité du barreau.