Wat "haatuitingen" betreft, moeten de lidstaten de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de volgende opzettelijke gedragingen strafbaar worden gesteld wanneer ze gericht zijn tegen een groep personen, of een lid van die groep, die op basis van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming dan wel nationale of etnische afkomst wordt gedefinieerd en indien de gedragingen van dien aard zijn dat zij het geweld of de haat tegen een dergelijke groep of een lid van een dergelijke groep dreigen aan te wakkeren :
En ce qui concerne les «discours de haine», les États membres doivent veiller à ce que les comportements intentionnels cités ci-après soient punissables quand ils visent un groupe de personnes ou un membre d'un tel groupe, défini par référence à la race, la couleur, la religion, l'ascendance ou l'origine nationale ou ethnique et, lorsque le comportement est exercé d'une manière qui risque d'inciter à la violence ou à la haine à l'égard d'un groupe de personnes ou d'un membre d'un tel groupe: