De kandidaat voor een betrekking van het niveau C is vrijgesteld van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV. I. 52, tweede lid, 1°, indien hij de minimumdrempel heeft behaald voor de door de minister bepaalde subproeven van de proef inzake de cognitieve vaardigheden bedoeld in artikel IV. I. 15, eerste lid, 1°, van ten minste het basiskader.
Le candidat à un emploi de niveau C est dispensé de l'épreuve d'aptitudes cognitives visée à l'article IV. I. 52, alinéa 2, 1°, s'il a atteint le seuil minimum fixé pour les sous-épreuves, déterminées par le ministre, de l'épreuve d'aptitudes cognitives visée à l'article IV. I. 15, alinéa 1, 1°, d'au moins le cadre de base.