Het Hof heeft bijvoorbeeld vastgesteld in zijn uitspraak C-153/02, Neri, dat de organisatie tegen betaling van universiteitscolleges een economische activiteit is die valt onder het hoofdstuk
van het Verdrag dat gaat over het recht van vestiging, wanneer die activiteit wordt uitgevoerd door een burger van de ene lidstaat in een andere lidstaat op een vast
e en duurzame basis vanaf een primaire of secundaire instelling in die andere
...[+++]lidstaat.
Par exemple, dans son jugement C-153/02, Neri, la Cour estime que l’organisation de cursus universitaires contre rémunération constitue une activité économique relevant du chapitre du traité concernant le droit d’établissement lorsque cette activité est menée par un ressortissant d’un État membre dans un autre État membre sur une base stable et continue à partir d’un établissement d’enseignement principal ou secondaire dans ce dernier État membre.