Artikel 4 van de hiervoor genoemde richtlijn 68/360/EEG en artikel 6 van de hiervoor genoemde richtlijn 73/148/EEG, volgens dewelke de lidstaten het recht op verblijf op hun grondgebied toekennen a
an de in artikel 40 bedoelde familieleden van een onderdaan van een lidstaat, die niet de nationaliteit van een lidstaat van de E.E.R bezitten, die het document kunnen overleggen waarmee ze het grondgebied hebben betreden, een document dat hun bloed- of aanverwantschap aantoont en, in voorkomend geval, een document dat bewijst dat ze ten laste zijn, werden omgezet in de Belgische wet door artikel 42 van de wet van 15 december 1980 en de verschi
...[+++]llende artikelen van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, die de procedure vastleggen die van toepassing is op de aanvragen tot verblijf of vestiging van deze personen.Quant à l'article 4 de la directive 68/360/CEE précitée et l'article 6 de la directive 73/148/CEE précitée, selon lesquels les Etats membres reconnaissent le droit de séjour sur leur territoire aux membres de la famille visés à l'article 40 d'un ressortissant d'un Etat membre, qui ne possèdent pas la nationalité d'un Etat membre de l'EEE, qui sont en mesure de présenter le document sous le couvert duquel ils ont pénétré sur le territoire, un document prouvant leur lien de parenté ou d'alliance et, le cas échéant, un document attestant qu'ils sont à charge, ils ont été tra
nsposés dans la loi belge par l'article 42 de la loi du 15 décembre
...[+++] 1980 et les différents articles de l'arrêté royal du 8 octobre 1981 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers, fixant la procédure applicable aux demandes de séjour ou d'établissement de ces personnes.
