In afwijking van deze paragraaf, A, B en C, mag het beroepsinkomen tijdens het jaar waarin de gerechtigde één van de in de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 23 december 1996 bedoelde leeftijden bereikt of, voor de pensioengerechtigden bedoeld onder C, de leeftijd van 65 jaar bereikt, per kalenderjaar niet hoger zijn dan de som van, naargelang het geval, een pro rata van de in deze paragraaf, B of C bedoelde bedragen en een pro rata van de in A bedoelde bedragen.
Par dérogation aux paragraphes A, B et C, le revenu professionnel de l'année durant laquelle le bénéficiaire atteint un des âges visés aux articles 2 et 3 de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 ou l'âge de 65 ans s'il est visé au paragraphe C, ne peut dépasser par année civile le total, selon le cas, d'une fraction des montants visés aux paragraphes B ou C et d'une fraction des montants visés au paragraphe A.