In 1989 antwoordde de toenmalige defensieminister dat op basis van deze nationale veiligheidsrichtlijnen de organisaties of personen concreet moeten worden onderzocht op hun mogelijkheden en vooral op hun bedoelingen om het burgerlijk en militair gezag te ondermijnen (bulletin van Vragen en Antwoorden , Kamer, nr. 48, van 2 december 1988, vraag nr. 117, kamerlid Van Dienderen, DO 888900363).
En 1989, le ministre de la Défense de l'époque a répondu que concrètement, les personnes ou les organisations doivent être examinées sur leurs potentialités et surtout sur leurs intentions à vouloir miner l'autorité civile et militaire, sur la base des directives de sécurité nationales précitées (bulletin des Questions et Réponses , Chambre, nº 48 du 2 décembre 1988, question nº 117 de M. Van Dienderen, DO 888900363).