3. In afwijking van de leden 1 en 2 is bij overeenkomsten die worden gesloten door verzekeringsondernemingen in de zin van Richtlijn 79/267/EEG, voor zover deze ondernemingen activiteiten verrichten die onder die richtlijn vallen, de identificatieplicht niet van toepassing wanneer het bedrag van de te betalen periodieke premie(s) gedurende een periode van een jaar 1 000 ecu of minder bedraagt, of, bij storting van een eenmalige premie, wanneer het bedrag 2 500 ecu of minder beloopt.
3. Par dérogation aux paragraphes 1 et 2, l'identification, dans les cas de contrats d'assurance conclus par des entreprises d'assurances agréées en vertu de la directive 79/267/CEE, lorsqu'elles effectuent des activités qui relèvent de ladite directive, n'est pas requise lorsque le montant de la ou des primes périodiques à verser au cours d'une année n'excède pas 1 000 écus ou dans le cas d'un versement d'une prime unique dont le montant n'excède pas 2 500 écus.