Het overlevingspensioen dat wordt toegekend krachtens de wet van 20 juli 1990 tot instelling van een flexibele pensioenleeftijd voor werknemers en tot aanpassing van de werknemerspensioenen aan de evolutie van het algemeen welzijn, dat met toepassing van artikel 4, § 1, vijfde lid, we
rd verhoogd met het bedrag van het supplement of dat werd berekend op grond van een rustpensioen dat met toepassing van artikel 3, § 6, is verhoogd met het bedrag van het supplement, alsook het overlevingspensioen dat wordt toegekend krachtens het koninklijk besluit van 23 december 1996, dat met toepassing van artikel 7, § 1, vijfde lid, we
rd verhoog ...[+++]d met het bedrag van het supplement of dat werd berekend op grond van een rustpensioen dat met toepassing van artikel 5, § 6, van hetzelfde besluit is verhoogd met het bedrag van het supplement, kan evenmin worden gecumuleerd met één of meer rustpensioenen of enig ander als zodanig geldend voordeel, toegekend krachtens een Belgische of buitenlandse wetgeving of krachtens een pensioenregeling voor het personeel van een volkenrechtelijke instelling, tenzij ten belope van een bedrag gelijk aan 130 % van het bedrag van het aan de langstlevende echtgenoot toegekende overlevingspensioen vermenigvuldigd met het omgekeerde van de eventueel tot de eenheid beperkte breuk die werd gehanteerd voor de berekening van het rustpensioen dat als basis dient voor de berekening van het overlevingspensioen.La pension de survie accordée en vertu de la loi du 20 juillet 1990 instaurant un âge flexible de la retraite pour les travailleurs salariés et adaptant les pensions des travailleurs salariés à l'évolution du bien-être général, qui a été majorée du montant du supplément en application de l'article 4, § 1, alinéa 5, ou qui a été calculée sur base d'une pension de retraite majorée du montant du supplément en application de l'article 3, § 6, et la pension de survie accordée en vertu de l'arrêté royal du 23 décembre 1996 qui a été majorée du montant du supplément en application de l'article 7, § 1, alinéa 5, ou qui a été calculée sur base d'une pension de retraite majorée du montant du supplément en application de l'article 5, § 6, du même arrêté, ne
peut non ...[+++]plus être cumulée avec une ou plusieurs pensions de retraite, ou tout autre avantage en tenant lieu, octroyés en vertu d'une législation belge ou étrangère ou en vertu d'un régime de pension du personnel d'une institution de droit international public, qu'à concurrence d'une somme égale à 130 % du montant de la pension de survie, accordée au conjoint survivant, multipliée par la fraction inverse de celle, limitée le cas échéant à l'unité, qui a été utilisée pour le calcul de la pension de retraite servant de base au calcul de la pension de survie.