het tijdsschema van de activiteiten in verband met de onderlinge evaluaties, door een maximale termijn vast te stellen die niet meer mag bedragen dan drie maanden nadat de onderling evaluerende lidstaten overeenkomstig lid 1 de namen en contactgegevens van hun vertegenwoordigers hebben verstrekt;
du calendrier du processus d'examen en fixant un délai de fin qui ne peut dépasser trois mois après que les États membres pairs ont fourni le nom et les coordonnées de leurs représentants conformément au paragraphe 1;