De dieren hebben op het bedrijf van vertrek verbleven gedurende minstens de 30 dagen voorafgaand aan de aflevering van de toelating of hebben er verbleven sinds hun geboorte voor de dieren jonger dan 30 dagen en geen enkel dier van de gevoelige soorten werd in diezelfde periode van 30 dagen op het bedrijf binnengebracht in het geval van schapen en geiten, of in een periode van 20 dagen in het geval van runderen, of in een periode van 10 dagen in het geval van varkens.
Les animaux sont restés dans l'exploitation de départ pendant au moins les 30 jours qui précèdent l'autorisation, ou depuis leur naissance dans le troupeau d'origine si les animaux ont moins de 30 jours et aucun animal appartenant à une espèce sensible n'a été introduit dans l'exploitation au cours de cette période dans le cas des ovins et caprins, ou au cours des 20 derniers jours dans le cas des bovins ou au cours des 10 derniers jours dans le cas des porcs.