Dit geval is volstrekt aannemelijk maar aangezien het om feit
en gaat die verband houden met de uitoefening van het ministerambt (wij bevinden ons nog steeds in de tweede hypothese), mag men ervan uitgaan dat de betrokken feiten in principe nie
t van dezelfde aard zullen zijn en dat ze op zijn minst niet verbonden zullen zijn door eenzel
fde misdadig opzet, zodat de eventuele vervolgingen apart ingesteld moeten worden en elke assemble
...[+++]e bevoegd is voor de feiten gepleegd in het kader van de regering die van haar afhankelijk is.
Ce cas de figure est tout à fait plausible, mais s'agissant de faits inhérents à l'exercice des fonctions ministérielles (nous sommes toujours dans la seconde hypothèse) , on peut penser qu'en principe, les faits en question ne seront pas de même nature et qu'à tout le moins, ils ne seront pas liés par une intention délictueuse unique, de telle sorte que les poursuites éventuelles devront être engagées de manière séparée, chaque assemblée étant compétente pour les faits commis dans le cadre du gouvernement qui dépend d'elle.