3° hij die, gebruik makend van een bij artikel 3, 3°, bedoeld voorwerp, stuk of aanduiding, opgelegd bij een krachtens hetzelfde artikel genomen besluit, bedrog pleegt nopens de oorsprong, de hoedanigheid of de hoeveelheid van het product en hij die bedrieglijk gebruik maakt van een dergelijk nagemaakt of vervalst voorwerp, stuk of aanduiding;
3° en utilisant un objet, document ou indication, visé à l'article 3, 3°, imposé par un arrêté pris en vertu de ce même article, trompe sur l'origine, la qualité ou la quantité du produit et celui qui fait frauduleusement usage d'un tel objet, document ou indication, contrefait ou falsifié;