Elke vaststelling door Belgische of buitenlandse personen van een inbreuk, anders dan die als bedoeld in § 1, op de bepalingen van deze wet en die begaan zijn in het gebied van het Verdrag inzake Antarctica, wordt zo snel mogelijk ter kennis gebracht van een speciaal daartoe door de minister aangewezen persoon.
Toute constatation d'une infraction, autre que celle visée au § 1, faite par des personnes belges ou étrangères, d'infractions aux dispositions de la présente loi et commises dans la zone du Traité sur l'Antarctique, est communiquée le plus rapidement possible à un agent spécialement désigné par le ministre.