Het beginsel van de wettigheid van veiligheidsonderzoeken wordt niet betwist, ook niet door het Europees Hof. Dit neemt echter niet weg dat deze onderzoeken een reële inmenging vormen in het privé-leven van de betrokkene en, bijgevolg, slechts kunnen bestaan onder de voorwaarden (arrest-Silver van 25 maart 1983) bepaald in een wet die toegankelijk en duidelijk is (arrest-Leander van 26 maart 1987) of in een verwante norm (artikel 8/2º van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en van de fundamentele vrijheden).
Si le principe de la légitimité des enquêtes de sécurité n'est en effet pas contesté, en ce compris par la Cour européenne, il n'en reste pas moins vrai que ces enquêtes représentent une réelle ingérence dans la vie privée et, à ce titre, ne peuvent exister qu'aux conditions prévues (arrêt Silver du 25 mars 1983) par une loi accessible et précise (arrêt Leander du 26 mars 1987) ou une norme apparentée (article 8/2º de la Convention de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales