1.3. is er immers van overtuigd dat het debat over de verdere toekomst van Europa niet herleid kan worden tot een louter institutioneel debat of tot een discussie over bevoegdheden en financiering, maar dat de opdrachten van de Europese Unie en de verantwoordelijkheidsafbakening tussen de lidstaten, de regionale en de lokale besturen dienen te steunen op, en getoet
st te worden aan de beginselen subsidiariteit, toegewezen bevoegdheden, proportionaliteit, alsook aan de verplichting om de nationale identiteit van de lidstaten te respecteren; dat deze oefening moet leiden tot meer transparantie en responsabilisering, alsmede tot een efficië
...[+++]nter en democratischer besluitvormingsproces met het oog op een beleid dat de meeste toegevoegde waarde biedt en de betrokkenheid van de burgers vergroot; 1.3. est convaincu que le débat sur l'avenir de l'Europe ne peut être ramené à un simple débat institutionnel ou à une discussion sur les compétences et le financement mais que les missions de l'Union européenne et la délimitation des responsabilités par rapport aux États membres et aux collectivités locales et régionales doivent avoir pour fondement et mesure
les principes de la subsidiarité, de la définition des compétences, de la proportionnalité et de l'engagement à respecter l'identité nationale des États membres; est convaincu en outre que cet exercice doit conduire à une plus grande transparence et une plus grande responsabilisat
...[+++]ion, ainsi qu'à un accroissement de l'efficacité et de la dimension démocratique du processus décisionnel, le but étant de parvenir à une politique qui offre le maximum de valeur ajoutée et de proximité par rapport au citoyen;