« Art. 2. In geval van overlijden van een in artikel 1 bedoelde persoon wordt ten bate van zijn niet uit de echt gescheiden noch van tafel en bed gescheiden echtgenoot, of bij diens ontstentenis, van zijn erfgenamen in directe linie, als compensatie voor de begrafeniskosten, een vergoeding uitgekeerd die overeenstemt met een twaalfde van het bedrag bepaald met toepassing van artikel 39, eerste, derde en vierde leden van de wet van 10 april 1971 op de arbeidsongevallen».
« Art. 2. En cas de décès d'une personne visée à l'article 1, il est liquidé au profit de son conjoint non divorcé, ni séparé de corps ou, à son défaut, de ses héritiers en ligne directe, en compensation des frais funéraires, une indemnité correspondant à un douzième du montant fixé en application de l'article 39 alinéas 1, 3 et 4 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents de travail».